Geo-elektrisch onderzoek uitleverformaat en gebruik
Iedere data-eenheid wordt afgesloten door een “;”. Als bepaalde informatie niet bekend is (bijvoorbeeld de uitvoerder van de meting) dan wordt alleen een “;” op een regel geplaatst.
Decimalen worden aangegeven met een punt “.”.
Getallen die bij elkaar horen (bijvoorbeeld elektrodeafstand, voltage, stroomsterkte en schijnbare weerstand) worden gescheiden door een puntkomma “;” en staan op dezelfde regel. Als een bepaald waarde niet bekend is (bijvoorbeeld stroomsterkte) dan is niets ingevuld (dus twee puntkomma's achter elkaar).
Gebruikte afkortingen:
a | afstand tussen de 2 elektrodes die het dichtst bij elkaar staan (meestal tussen de potentiaal elektrodes) [m] |
L/2 | de helft van de afstand tussen de buitenste elektrodes van de meetopstelling [m] |
V | het gemeten potentiaalverschil [mV] |
I | de gebruikte stroomsterkte [mA] |
R | de berekende schijnbare elektrische weerstand [Ohm-m] |
SP | de Spontane Potentiaal [mV] |
boven | diepte bovenkant van de genterpreteerde laag in [m-mv] |
onder | diepte onderkant van de genterpreteerde laag [m-mv] |
Rs | de geo-elektrische weerstand van de genterpreteerde laag [Ohm-m] |
Gebruikte lithologische codes:
code | lithologie |
K | klei |
KZX | zandig klei |
VKX | kleiig veen |
KHX | venig klei |
V | veen |
L | leem |
ZK | kleiig zand |
Z | zand |
ZGX | grindig zand |
GZX | zandig grind |
G | grind |
GES | vast gesteente |