Met pomp- en putproeven kunnen geohydrologische parameters zoals het doorlaatvermogen en de bergingscoëfficiënt van een watervoerend pakket worden bepaald, alsmede de hydraulische weerstand tegen verticale stroming door een slecht doorlatende laag.
Bij een pompproef wordt door middel van één of meer putten water onttrokken aan één of meer watervoerende pakketten. Tijdens het pompen en gedurende enige tijd erna worden de veranderingen in de stijghoogten gemeten, in zoveel mogelijk punten op verschillende afstanden van de pompput. Met behulp van de metingen die in de verschillende pomp- en peilfilters geregistreerd worden, kunnen met (model)berekeningen geohydrologische eigenschappen van de ondergrond worden bepaald.
Wanneer tijdens het pompen alleen de stijghoogte in de pompput of in de omstorting van de put vastgelegd wordt, spreekt men van een putproef. Dit is een vereenvoudigde versie van de pompproef.
Dit soort proeven wordt in Nederland al lang uitgevoerd. De eerste proeven waarvan de rapportages op DINOloket beschikbaar zijn dateren uit begin vorige eeuw, de laatste van begin deze eeuw. Dit betekent ook veel verschil in betrouwbaarheid en kwaliteit van de berekende geohydrologische eigenschappen. Begin vorige eeuw werden metingen, debieten, dataverwerking en berekeningen met de hand uitgevoerd, tegenwoordig worden de waarnemingen geautomatiseerd opgenomen en verwerkt en worden de verschillende geohydrologische eigenschappen m.b.v. speciale softwareprogramma’s berekend.
Naast de verwerking van alle metingen en berekening is ook goed inzicht in de ondergrond van groot belang. In de huidige tijd is er meer informatie over de ondergrond beschikbaar en kan er gebruik gemaakt worden van ondergrondmodellen. Hierdoor zijn inzichten soms gewijzigd, waardoor de uitkomsten van put- en pompproeven mogelijk niet volledig vergelijkbaar meer zijn. Door Dr. Henk Kooij is in samenwerking met de Geologische Dienst Nederland onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van doorlatendheidsbepalingen uit historische put- en pompproeven voor REGIS II. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het artikel Bruikbaarheid van doorlatendheidsbepalingen uit historische put- en pompproeven voor REGIS II in het vakblad Stromingen (2022-1) van de Nederlandse Hydrologische Vereniging en in het rapport Bruikbaarheid van resultaten uit put- en pompproefrapporten voor REGIS II parametrisatie.
Put- en pompproeven op de kaart
Om de hierboven beschreven redenen worden niet de uit de put- en pompproeven berekende geohydrologische eigenschappen maar de volledige put- en pompproefrapporten beschikbaar gesteld. Op die manier kan uit het rapport worden afgeleid in welke mate deze relevant zijn in de context van de actuele vraagstelling.
De titel van sommige rapporten bevat de term ‘redacted’. Dit geeft aan dat uit deze rapporten handtekeningen verwijderd zijn om privacy-redenen.
Een eerste set van ruim 500 put- en pompproevenrapporten is op DINOloket beschikbaar onder Ondergrondgegevens / Bodem- en grondonderzoek. Deze zal in de loop der tijd aangevuld worden met meerdere bestaande en nieuwe put- en pomproefrapporten.
Heb je ook put- en pompproeven?
Als jouw organisatie in het bezit is van historische of actuele put- en pompproef rapporten en je wilt deze met via DINOloket met anderen delen, dan kun je deze bij de Servicedesk van de Geologische Dienst Nederland aanleveren. Op die manier zijn ze via DINOloket te raadplegen en verbeteren ze ons inzicht in de Nederlandse ondergrond en de modellen van de ondergrond die we met deze gegevens maken.