Sinds 1985 heeft de Geologische Dienst Nederland tot taak om een consistent petroleum-geologisch raamwerk samen te stellen van de diepe ondergrond van Nederland, zowel on- als offshore. Aanvankelijk werd de nadruk van het diepe karteerprogramma op de regionale schaal gelegd, in de laatste jaren verschuift dit steeds meer naar reservoirschaal. De kartering van het vasteland werd analoog uitgevoerd in de periode 1985-2004 (Geologische Atlas van de Diepe Ondergrond van Nederland - vasteland, TNO-NITG, 2004), het offshore domein daarentegen werd digitaal gekarteerd tussen 2004 en 2010 (Kombrink et al., 2012). Sinds 2010 ligt de focus van het diepe karteerprogramma hoofdzakelijk op de revisie van het vasteland en is vooral gericht op nieuwe bronnen en functies van de diepe ondergrond, zoals aardwarmte potentieel, en opslag van bijvoorbeeld aardgas, olie, CO2, waterstof, water en kernafval. De toenemende vraag naar de beschikbaarheid van de ondergrondse ruimte en haar specifieke gesteente-eigenschappen en het potentieel gebruik daarvan vraagt om goede technische kennis en een goede afstemming. De afstemming wordt o.a. behandeld in een beleidsnota voor ondergrondse ruimtelijke ordening (STRONG - Structuurvisie Ondergrond). Deze beleidsnota is de leidraad voor een duurzaam en verantwoord gebruik van de ondergrond van Nederland. De ondergrondgegevens en modellen dienen als input voor dit initiatief.
Basisgegevens
De DINO database bevat meer dan 135 seismische 3D-surveys, die ongeveer een oppervlakte van 99.900 km2 beslaan, en 2D seismische lijnen met een gezamenlijke lengte van meer dan 577.000 km. Het aantal niet-vertrouwelijke putten is ongeveer 5800. Meer dan 95% van de publiek beschikbare 3D-surveys en alle publieke boringen zijn gebruikt om het modelleringsproces te sturen. 2D seismische gegevens zijn gebruikt in gebieden die niet bedekt worden door 3D data. (Fig.1-seismische dekking).
De locaties van de gebruikte boringen zijn weergegeven op de interactieve kaart. Anders dan bij de ondiepe modellen zijn de gebruikte boringen niet aan te vragen via DINOloket. De ligging van de gebruikte seismische gegevens is niet aangegeven op de interactieve kaart. Voor het aanvragen van zowel de boorgegevens als de seismiek wordt verwezen naar NLOG.nl.
Toepassing en betrouwbaarheid
DGM-diep is gericht op het geven van een regionaal inzicht in de geologische opbouw van de diepe ondergrond van Nederland. Dit impliceert dat dit model niet het detail niveau kan leveren dat benodigd is om lokale evaluaties op reservoir-niveau uit te voeren. Om de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van het DGM-diep model te beoordelen is een onzekerheidsanalyse opgenomen in het modeleerproces. In een notitie wordt de methode verder toegelicht.
Actuele en eerdere versies
Het Digitale Geologische Model-diep (DGM-diep) is een gestapeld rastermodel dat dertien geologische lagen bevat, variërend in ouderdom van Carboon tot Neogeen. Het model is gebaseerd op de interpretatie van openbare 2D en 3D seismische gegevens, gecombineerd met putdata en wordt ondersteund door biostratigrafische, petrofysische en geochemische analyses. De geïnterpreteerde seismische lagen zijn de basis van lithostratigrafische hoofdlagen die beschreven zijn in de Stratigraphische nomenclatuur van Nederland.
Actuele en voorgaande versies van het DGM-diep model en de bijbehorende gegevens kunnen worden opgevraagd via het Nederlandse Olie en Gas Portaal (zie overzicht van versies in onderstaande tabel). Het huidige DGM-diep v5.0 kan ook worden opgevraagd en in een viewer worden bekeken via dit loket.
Tabel 1: Versies DGM-diep
Citatie
TNO – GDN (2019) DGM-diep v5.0. TNO - Geologische Dienst Nederland, https://www.dinoloket.nl/ondergrondmodellen/kaart; geraadpleegd op dd-mm-jjjj.