Van de modellen DGM, REGIS II en GeoTOP is per 18 maart 2025 een nieuwe versie beschikbaar. Gebruikers worden aangeraden deze nieuwste versies te gebruiken, zoals die op DINOloket en BROloket worden aangeboden (ook als download). Hieronder zetten we de wijzigingen op een rij en lichten we ze verder toe.
In de nieuwe versies van de modellen (DGM v2.2.1, REGIS II v2.2.3 en GeoTOP v1.6.1) zijn de stratigrafische en hydrogeologische coderingen in overeenstemming gebracht met die van de Stratigrafische Nomenclator. Het resultaat is dat de drie modellen nu hetzelfde coderingsschema gebruiken; onderlinge verschillen zijn weggenomen. Voor GeoTOP bevat de nieuwe release tevens een verbeterde inschatting van de modelonzekerheid van de gemodelleerde geologische eenheden en twee opgeloste terugmeldingen.
Nieuwe coderingen
Stratigrafische en hydrogeologische eenheden in de BRO-modellen DGM, REGIS II en GeoTOP worden aangeduid met een alfanumerieke code, bijvoorbeeld ‘BX’ voor de Formatie van Boxtel (stratigrafische eenheid in DGM en GeoTOP) en ‘BXk1’ voor de Formatie van Boxtel, eerste kleilaag (hydrogeologische eenheid in REGIS II). Formaties kunnen verder onderverdeeld zijn in lagen en laagpakketten, zo staat ‘NAWA’ voor Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren, en ‘NAWAZU’ voor de Zuiderzee Laag binnen het Laagpakket van Walcheren.
Wat tot nu toe niet in de coderingen tot uitdrukking kwam, is dat de formaties tot een groep behoren. Deze groepscode is nu toegevoegd aan de bestaande codes. Zo behoren veel formaties in de ondiepe ondergrond tot de Boven-Noordzee Groep, aangeduid met de code ‘NU’. Deze code ‘NU’ wordt nu toegevoegd aan de bestaande codes. De hierboven genoemde codes worden daarmee respectievelijk ‘NUBX’, ‘NUBXk1’, ‘NUNAWA’ en ‘NUNAWAZU’. Je vindt deze codes ook terug in de Stratigrafische Nomenclator van Nederland. Door deze wijziging is het makkelijker om toelichtende informatie over een stratigrafische en hydrogeologische eenheid te bekijken in de Nomenclator.
Naast het toevoegen van de groepscode zijn er nog een aantal andere wijzigingen doorgevoerd. Van een aantal formaties is de formatiecode gewijzigd; bijvoorbeeld ‘MT’ wordt ‘MA’ (Formatie van Maastricht). Verder zijn enkele modeleenheidcodes in GeoTOP herzien. ‘AEC’ bijvoorbeeld wordt ‘ECga’ (Formatie van Echteld, geulgeneratie A). Voor meer informatie en een overzicht van de wijzigingen in de coderingen kun je de toelichtende memo (PDF – 2.7MB) raadplegen.
Aandachtspunt bij download modellen
Als je de modellen op DINOloket bekijkt, dan zul je van de wijziging weinig merken. De inhoud van de modellen blijft namelijk gelijk aan die van de voorgaande releases. Op het moment dat je de modellen download en bijvoorbeeld de rasterbestanden op een geautomatiseerde manier verwerkt, zul je echter aanpassingen moeten doen. De code maakt namelijk ook deel uit van de bestandsnaam van de rasterbestanden. In de SubsurfaceViewer zijn de coderingen nog niet aangepast. Dit zal op een later moment gebeuren.
Extra aanpassingen in GeoTOP
Voor DGM en REGIS II geldt, dat de verandering van de codering de enige aanpassing in de nieuwe release is. Voor GeoTOP bevat de nieuwe release echter ook een verbeterde inschatting van de modelonzekerheid van de gemodelleerde geologische eenheden. Daarnaast is een tweetal terugmeldingen op GeoTOP opgelost (zie laatste paragraaf).
Het voxelmodel GeoTOP kent twee maatstaven van modelonzekerheid:
- Modelonzekerheid van geologische eenheden – de mate waarin het model in staat is om een eenduidige schatting te geven van de geologische (stratigrafische) eenheid waartoe de voxel behoort.
- Modelonzekerheid van lithoklassen – de mate waarin het model in staat is om een eenduidige schatting te geven van de voor de voxel representatieve lithoklasse.
De aanpassing in GeoTOP betreft de eerste maatstaf, namelijk de berekening van de modelonzekerheid van geologische eenheden. Met deze aanpassing zijn de waarden realistischer dan voorheen.
Modelonzekerheden worden uitgedrukt als een getal van 0 tot 1 waarbij 0 staat voor een zeer lage modelonzekerheid (het model is goed in staat een eenduidige schatting te geven) en 1 voor een zeer hoge (het model is niet in staat om een eenduidige schatting te geven). Bij de berekening van de modelonzekerheid van geologische eenheden werd een schaling toegepast waardoor in de praktijk lage waarden van 0 tot circa 0,5 getoond worden. Omdat deze waarden onrealistisch laag zijn, is de modelonzekerheid opnieuw berekend waarbij de schaling achterwege is gelaten. Het weglaten van de schaling leidt tot hogere en meer realistische waarden van de modelonzekerheid. In uitzonderingsgevallen kan de waarde hoger zijn dan 1. Deze waarden komen bijvoorbeeld voor op plaatsen waar meerdere dunne lagen op elkaar liggen. Op deze plekken is het zeer onzeker tot welke van deze dunne lagen een voxel behoort.
Modelonzekerheid in appelboor en verticale doorsnede
Op DINOloket kun je de nieuwe modelonzekerheden bekijken in de appelboor en in de verticale doorsnede. Ook in het NetCDF bestand van GeoTOP zijn de nieuwe modelonzekerheden opgenomen. De overige attributen van het voxelmodel (waaronder de geologische eenheid en de meest waarschijnlijke lithoklasse) zijn in deze release ongewijzigd.
Raadpleeg de toelichtende memo (PDF – 2.7MB) voor meer informatie.
Opgeloste terugmeldingen
In de nieuwe versie van GeoTOP zijn de volgende terugmeldingen opgelost door de juiste grids op te nemen:
- Meldingsdatum 19-02-2024, omschrijving: Het bestand van BXWISIKO_BCC (lagenmodel onderkant BXWISIKO) is incorrect. Dit bestand geeft de onderkant weer van BXWIKO en niet die van BXWISIKO.
- Meldingsdatum 19-02-2024, omschrijving: In het samengevoegde lagenmodel van GeoTOP v01r6 zijn de grids van eenheid NAWO nog van een oudere versie. Deze grids kruisen daardoor met jongere of oudere afzettingen zoals NAWA, NIHO en NIBA.